Met de vondst van een herkenningsplaatje is in het laboratorium van de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht (BIDKL) de identiteit vastgesteld van de Duitse piloot, wiens toestel vorige week in de werd geborgen.
{loadmoduleid 137}
Zwarte 10
Het gaat om de twintigjarige Unteroffizier Otto Tillack. Zijn Messerschmitt 109 jachtvliegtuig, met de rompcode Schwarze 10, steeg op 30 januari 1944 op van de vliegbasis Volkel. Het toestel verdween tijdens hevige luchtgevechten met geallieerde vliegtuigen in de omgeving van Zwolle, zonder een spoor achter te laten. Naar nu blijkt crashte zijn toestel rond half twee ’s middags in een weiland in het buurtschap Millingen bij Dalfsen. Door de grote snelheid sloeg het toestel op grote diepte weg in de grond. Alleen een deel van de staart stak nog boven de grond uit. Dit deel werd kort na de crash door Duitse troepen verwijderd.
{loadmoduleid 137}
Ysselsteyn
De Duitse autoriteiten zijn van de identificatie op de hoogte gebracht. Wanneer de onderzoeken van de BIDKL zijn afgerond, zullen de stoffelijke resten van Otto Tillack, in samenwerking met de Volksbund Deutsche Kriegsgräber Fürsorge (VDK), worden bijgezet op de Begraafplaats voor Duitse Militaire Gesneuvelden in Ysselsteyn, Noord-Limburg. Hiervoor zal worden getracht nabestaanden van Tillack op te sporen.
{loadmoduleid 137}
Nationaal programma berging vliegtuigwrakken
In Nederland liggen nog zo’n dertig tot vijftig vliegtuigwrakken uit de oorlog met waarschijnlijk stoffelijke resten aan boord in de bodem. In 2019 is het Nationaal Bergingsprogramma Vliegtuigwrakken van start gegaan. Doel van het programma is vermiste vliegers een graf te geven en hun nabestaanden zekerheid over het lot van hun familielid. Er zijn al enkele geallieerde toestellen met menselijke resten geborgen. Het toestel van Otto Tillack is het eerste Duitse vliegtuig in het Nationaal Bergingsprogramma.
Foto: Ministerie van Defensie
{loadmoduleid 137}
